Welk systeem kiezen?

In nieuwe gebouwen

Alle nieuwe gebouwen moeten uitgerust zijn met een aangepast ventilatiesysteem, geïnstalleerd volgens de geldende normen en richtlijnen.

In eengezinswoningen is vaak een gecentraliseerd ventilatiesysteem te vinden. Het bestaat uit een centrale ventilatie-unit (meestal op zolder of in een opslagruimte geplaatst), extractiemonden in de keuken, de badkamer en het toilet, en een snelheidssturing met 3 standen in de keuken.

Het gaat daarbij om de basisversie: het Systeem C, waarbij verse lucht binnenkomt via roosters in de raamchassis. Het probleem is dat de lucht die het huis binnenstroomt de buitentemperatuur heeft en er lawaaihinder kan zijn. Of de roosters worden afgesloten en zo werkt het ventilatiesysteem inefficiënt.

Steeds meer gezinnen kiezen echter voor ventilatie met warmterecuperatie, Systeem D. Dat systeem draagt bij aan het milieu en zorgt voor een dalende energiefactuur.

In dit systeem wordt verse lucht geblazen in de leefruimtes (salon, kamers, bureau, speelkamer …). Dankzij de warmtewisselaar neemt de aangevoerde lucht daarbij min of meer de temperatuur over van de afgevoerde lucht.

Zo wordt u niet gestoord door koude tochtstromen of lawaai en geniet u van een gezond milieu.

In bestaande gebouwen

Nieuwe woningen beantwoorden meestal aan de wettelijke vereisten op vlak van ventilatie, maar bij oude huizen is dat vaak niet het geval.

Als u een oude woning heeft, gaat u dus best na of uw woning aan de wettelijke vereisten voldoet en dus aan de criteria van comfort, gezondheid en energieverbruik beantwoordt.

Als u renoveert en daarbij sterke isolatie installeert, pas dan zeker ook de ventilatie aan. Anders blijft de vervuilde lucht in het huis hangen en ontstaat er schimmelvorming of condensatie.

Ontwerp en uitvoering

Een gouden raad van Codumé: beslis altijd vòòr u bouwt of renoveert welke type ventilatie u wil installeren.

Zo kunnen de architect bij het tekenen van de plannen en de bouwheer bij het uitvoeren van de werken het nodige voorzien. Denk bijvoorbeeld aan de ventilatieleidingen om de vervuilde lucht af te voeren, doorgangen in het dak, toevoerroosters in ramen of muren enzovoort.

Het ontwerp van het ventilatiesysteem kan het werk zijn van het studiebureau of de installateur. Zij zijn verantwoordelijk voor de plaatsing en de optimale werking van het systeem. Daarbij moeten ze met verschillende factoren rekening houden. Geeft bijvoorbeeld de voorgevel uit op een drukke straat, dan is het beter om de luchttoevoergevels aan de achterkant van het huis te installeren.